Lente! Geniet jij er ook zo van? Tijd van nieuw leven, een “schoon” leven, vol frisse kleuren, energie en levensgeluk. Wie is er nu een betere brenger van levensgeluk dan type 7? Na blogs over type 4 en type 1 is het nu dus hoogste tijd voor een blog over deze 3e brenger van schoonheid in de wereld.
Het is de tijd van herrijzenis van de natuur, na de rust en bezinning van de winter. Vast niet toevallig de tijd waarin Jezus stierf, om daarna te herrijzen om “Het Licht” te brengen. Met ons eigen “Licht” kunnen we soms ineens in contact komen door situaties die uitzonderlijk zwaar zijn, zoals het verlies van een geliefde, een ongeluk of levensbedreigende ziekte. Als we de “schil” van onze persoonlijkheid af moeten leggen, omdat we dat gewoonweg niet volhouden, dan kunnen we ineens ervaren dat we “geschenken” ontvangen, die we ervoor nooit gezien hadden. En ervaren wat er echt toe doet.
Ontdekken van nieuw geluk
“Wat heb ik mezelf toch al die tijd aangedaan”, zoals Abby, één van mijn klanten, pas zei. Als sociale Zeven had ze altijd erg hard gewerkt om haar sociale ideaal te realiseren, een droom die in de kindertijd eigenlijk al vorm had gekregen. Door een ernstige ziekte kon ze dat werk niet meer doen, maar juist omdat ze niet meer zo hard werkte en niet meer zo sterk hoefde te zijn, was ze veel gelijkwaardiger aan en opener voor anderen geworden en kon ze ineens heel mooie gesprekken met mensen hebben over wezenlijke dingen. Zo kon ze ervaren dat de ziekte haar ook iets moois had gebracht: Veel meer rust en verbinding.
Zij realiseerde zich dat het nu anders kan en dat ze dat ook echt wil. Toch valt het niet mee om ons nieuw ontdekte zelf in de wereld te blijven zetten. Voor dat we het in de gaten hebben, vervallen we weer in de oude gedragspatronen waar we aan gehecht zijn. Daarover later.
type 7 en relaties
Met Ernst had ik een gesprek over hoe het hem maar niet lukt om een leuke relatie met iemand op te bouwen. En hoe hij gelukkig “doet”, maar het niet is. Veel van die vrouwen vielen op hem omdat hij zo’n energieke levensgenieter is. Hij houdt van lekker koken, samen eten, muziek maken, een intens leven. Daar doet hij ook wel echt zijn best voor. Maar dan zitten mensen toch ineens te zeuren … Dan kan hij best even uit zijn slof schieten. Het is echt vervelend als mensen zijn inspanningen (opofferingen) niet waarderen. Anderen vinden hem dan afstandelijk en egocentrisch.
Zijn dames zijn meestal apart, bijzonder, valt op. Dat zoekt hij ook op, want saaiheid mijdt hij. Maar gaande weg voelt hij zich in de relatie niet prettig, vanwege de emotionele instabiliteit, iedere keer enorm geclaimd of emotioneel gemanipuleerd. Dan heeft hij steeds meer behoefte aan afstand en vluchten. Uiteindelijk wordt het dan weer niets, want hij kan niet op haar vertrouwen en zelf is hij – bij nader inzien – ook niet zo betrouwbaar in bepaalde aspecten.
Verlangen naar compensatie
We kwamen erop dat we onbewust vaak op zoek zijn naar compensatie voor iets wat we in onze kindertijd niet hebben ontvangen. Zevens zijn onverbonden met de koesterende figuur. Dat herkende hij wel. Hij vertelde dat hij als klein kind al ervoer dat zijn moeder geen veilige en consistente bron van koestering en steun was. Niet dat ze een slechte moeder was, maar ze moest best hard werken en hij kon er niet op rekenen van haar te krijgen wat hij nodig had. Hij kon zich niet herinneren bij haar op schoot te mogen zitten en voor momenten voor een knuffel, aandacht, in bed gestopt worden was lang niet altijd tijd. Eigenlijk zoekt hij in relaties dus de (stabiele!) liefde en aandacht die er van zijn moeder niet was. Tijd dus om die pijn te verwerken, zodat je afscheid kunt nemen van (de gehechtheid aan) die frustratie.
Ongelukkig door pijnvermijding
Onmatigheid, de passie of emotionele drijfveer, speelt een grote rol in de manier hoe Zevens zichzelf minder gelukkig kunnen maken.
Onmatigheid en rationaliseren is hun manier om hun angst voor pijn en deprivatie, zich geen deel te voelen van de groep of het gezin en er niet in te passen te maskeren en zich er tegen te verdedigen. Dit wordt zichtbaar in de (ogenschijnlijke) gezelligheid, optimisme en vele interesses en de gruwelijke hekel die ze hebben aan beperking en onaangenaamheden. Het is ook een poging om het kindverlangen naar geluk te realiseren. Helaas is het zo dat hoe harder de Zeven achter zijn geluk aanrent, hoe minder gelukkig hij of zij wordt. Hij wordt steeds rationeler, onverzadigbaarder, rustelozer en grilliger.
Geluk leren zien in het gewone
Wanneer de Zeven innerlijk kan beseffen dat hij vlucht voor de realiteit, kan hij zich oefenen in het bij diepere gevoelens blijven, ook al zijn ze niet altijd positief. Verdriet, boosheid en angst hebben immers veel belangrijke informatie over dat wat voor jou belangrijk is, over relaties met diepere connectie, en over de “volheid” van de zin van ons leven. Dan wordt concentreren, beperking en commitment makkelijker. Door deze completere verbinding met het hartcentrum kan de Zeven steeds meer het Goddelijke in het gewone en aardse leren herkennen en is geluk overal.
Het is voor Zevens heel moeilijk te erkennen en voelen dat ze worden voortgejaagd door een gevoel van schaarste, maar hoe meer ze in staat zijn dit te zien en het weg gedrukte kind-deel van zichzelf – dat behoefte heeft aan observeren, zich terug te trekken, vrekkig te zijn – niet te veroordelen, hoe meer de neiging tot gierigheid en isolement zal transformeren (en dan popt het ook niet af en toe op een onverwacht moment op, als je jezelf even niet “in bedwang” hebt). In het bijzonder het gevoel een afzonderlijke entiteit te zijn. Dan zal hij zich steeds meer voelen als onderdeel van het Geheel.
Transformatie door integratie op diep niveau
Voor werkelijke transformatie is het nodig om onder ogen te zien hoe ons gedragspatronen zijn ontstaan én hoe en waarom dat nog steeds doorwerkt in ons dagelijks bestaan. Dat betekent dat we beetje bij beetje moeten doen, waar we het meest bang voor zijn: Dat deel van onszelf dat er in onze kindertijd niet mocht zijn en de oorzaken ervan, onder ogen durven komen, zodat we onszelf toestaan dat deel niet meer te belemmeren, zodat het weer te ontwikkelen.
We noemen het wel de “kleine dood” (of het ravijn) in, zie ook “bang voor het donker, wie is het niet”. Zodat we ons bewust worden van onze kind-ziel en die kunnen integreren. In plaats van onze kind-ziel aan de kant te schuiven – en eveneens alle mensen die ons herinneren aan dit deel van onszelf – moet onze kind-ziel worden omarmd en geaccepteerd, aandacht en liefdevolle leiding krijgen, zodat ze zich weer kan ontvouwen en ontwikkelen. Ze heeft “holding” nodig, die ze als kind niet heeft gehad, en die we haar nu alleen zelf nog kunnen geven.
Met heel ons hart
Omdat de kind-ziel een deel van ons is dat in de duisternis is weggestopt, is het vaak verwrongen. Deze “demonen” in onszelf onder ogen zien, is daarom niet makkelijk, maar als het “in het licht wordt gebracht”, kan het transformeren. Want in de kern van onze kindziel vinden we de essentiële staat die hoort bij het hartpunt van ons type.
Bronnen: S. Maitri, De spirituele dimensie van het Enneagram, Negen gezichten van de Ziel; B. Chestnut, The Enneagram System’s 27 personality subtypes.