Hoe we ongemerkt ons eigen leven steeds “zwaarder” hebben gemaakt en onze eigen bron – en die “van alles wat is” – hebben gedempt. Ooit begonnen uit overlevingsdrang, maar nu dan? Wat heb jíj diep weggestopt? Onze schaduw, waar we oh-zo-bang voor zijn, maar waar ons mooiste licht te vinden is. De bron die er altijd is, maar die we verbergen voor onszelf. Ter inspiratie deze keer een gedicht van Jan van Ruysbroeck.
Bijzonder is, dat er altijd een zelfde “iets” blijft kloppen aan de poort – je patronen, bepaalde thema’s die zich herhalen, mensen waar je slecht mee om kunt gaan- om ons eraan te herinneren dat we onszelf weer een completer en vitaler mens kunnen helpen worden. Maar de vraag is: Durf je het aan of ga je de bron nog meer dempen?
Meer lezen? Kijk dan eens op Hoezo: Ontketenen van Talent? en hoe coaching met het Enneagram je bij deze ont-dekkingstocht kan helpen. Mijn blogs en typespecifieke tips en oefeningen kunnen je steunen en inspireren om de ingeslagen weg te blijven volgen.
Jij die in mij woont
met de kracht als van een opspuitende bronwel,
vol sprankelend, leven gevend water.
Ik heb het – tot mijn schade en schande – klaar gekregen
om jaar na jaar stenen te verzamelen
en daarmee die bronwel in mij te begraven
onder puin en gruis en eigen drukdoenerij.
Ik moet Jou weer opgraven in mij,
opdelven in mijn diepste diep,
het schilderijtje van mijn wezen, mijn gelaat
Grondig laten restaureren van jarenlang vuil.
Jij hebt er Jouw gezicht in uitgetekend,
daar waar Jij verblijf houdt, diep in mij.
Wanneer krijg jij het klaar om Jouw beeltenis in mijn wezen
weer van blijdschap te laten stralen
in dat verfrissend, opspattend bronwater,
daar diep, heel diep in mij verborgen?
Kom, trek me naar binnen,
blijf kloppen aan de poort
want ook mijn oren zijn doof geworden,
blijf schijnen in de nacht
want de blindheid van mijn ogen is bijna totaal.
Kom, delf op mijn ware gelaat, maak mij mooi,
maak van mij Jouw liefste mens,
ik kan niet meer zonder Jou,
Jij die woont in mij,
opborrelende Minne – kracht
wassend water dat leven doet.
Kom, leef je uit in mij.
Jan (of Johannes) van Ruusbroec of Ruysbroeck
Hij werd ook “de Wonderbare” genoemd, (Ruisbroek nabij Brussel, 1293-2 december 1381), geldt als een van de grootste mystici van de zuidelijke Nederlanden. Hij schreef in het Midden-Nederlands, maar zijn werken werden spoedig ook vertaald in het Latijn.
“… deze arme, eenzame monnik, … vangt te midden van het duistere Zoniënwoud, in zijn onwetende, eenvoudige ziel de verblindende weerschijn van de hoogste en geheimzinnige bergtoppen van het menselijk weten op. Onbewust kent hij het platonisme van Griekenland, het soefisme van Perzië, het brahmanisme van Indië en het boeddhisme van Tibet, en zijn wonderlijke onwetendheid vindt de wijsheid van begraven eeuwen terug en voorziet de wetenschap van eeuwen die nog niet geboren zijn.” (Maurice Maeterlinck)